De Riesling is een witte druivensoort van grote ouderdom. Waarschijnlijk hebben de Romeinen haar meegenomen en verspreidt over de rivieren van Duitsland. Het is een “vrouwelijke” druif, daarom spreek ik met respect in de vrouwelijke vorm, want de Riesling heeft een grote elegantie. Ze heeft een relatie met Moeder aarde als geen andere druif, omdat ze een grote uitdrukkingsvaardigheid van het terroir heeft, waarin ze geteeld wordt. Daarom komen er ook vele smaakvarianten naar voren. Van Abrikoos tot petroleum, de sprankelende zuren van de leisteen uit de Moezel, de mineraliteit uit de Elzas en de zoete honingsmaken van de Beerenausleses uit Duitsland. De Riesling laat zich niet dwingen in hout. Daar houdt ze niet van en deze eigenzinnigheid brengt haar slechts de fijnproevers haar zuiverheid kunnen waarderen. Tot op heden is de Riesling nooit een wijn van het “volk” geworden” of het moeten de zoete bulkwijnen uit de jaren ’70 zijn, die haar reputatie hebben geschaad. Gelukkig hebben de producenten haar tegenwoordig weer de behandeling gegeven die ze verdient. Een droge kwaliteits-riesling ia altijd verleidelijk, heeft aangename zuren, is fris en zuiver van karakter.
bron: Rebschule Freytag
