Pinot Gris is een witte afstammeling van de Pinot Noir. Alle Pinot’s worden in de wijngaard gekenmerkt door de wat dunschillige trossen, waarmee ze wat gevoelig zijn voor rotting. De druif kan dan ook niet goed tegen de hitte, maar ook niet tegen de regen door de wat compacte trossen, waaruit de regen moeilijk kan verdampen. Het best groeit de druif in gematigde streken met droge, lange nazomers. Dan hebben we het over de Elzas, Noord-Italië waar de druif Pinot grigio heet en in Duitsland, waar ze als Ruländer of Grauburgunder in Baden aangeplant staat. Dit zijn de gebieden waar de druif tot haar recht komt. Het levert wijnen op die, mits goed gerijpt exotisch van karakter kunnen zijn, met tonen van honing en muskaat kunnen hebben, vooral als het gaat om de laat geoogste minder droge of zelfs zoete varianten of gebotritiseerde wijnen. In dat geval hebben de wijnen ook een mooi bewaarpotentieel, waarbij de smaken zich nog verder kunnen ontwikkelen. De jong te drinken slanke versies uit Alto Adige bijvoorbeeld blinken weer uit in mineraliteit en subtiele fruitsmaken van peer en appel. Pinot gris is populair en dat is geheel terecht.
Synoniemen: Grauburgunder, Ruländer, Pinot Grigio