Hoe wordt wijn gemaakt?

Wijn wordt gemaakt door vergisting van de in druivensap aanwezige suikers. Deze worden in de vrucht gevormd via de bladgroenkorrels in het blad. Bladgroenkorrels zijn kleine “energiecentrales” die zonlicht kunnen vastleggen in de chemische energievorm suikers. Deze suikers kunnen op verschillende manieren weer worden afgebroken, waarbij de energie weer vrijkomt. Vergisting is zo’n manier.

Het Gist Sacharomyces cerevisiae (Wijngist) zet het suiker in het druivensap om in ethanol (alcohol) en koolzuur (CO2). Vandaar dat er koolzuurbelletjes vrijkomen bij vergisting. Het is een proces dat gemiddeld zo’n 14 dagen in beslag neemt, afhankelijk van de temperatuur. De gist zal na verloop van tijd afsterven in zijn eigen “afvalproduct” alcohol. De wijn komt tot rust door het uitzakken van de dode gistcellen (depot) naar de bodem  van het wijnvat. De wijn wordt helder (klaring), waarna de wijn van het depot gescheiden wordt. Vervolgens vindt er nog een rijping plaats van ongeveer een jaar in roestvrij stalen of eikenhouten vaten, naargelang de gewenste smaak. Tenslotte wordt de wijn in flessen gebotteld om direct naar de consument te gaan. Soms moet de wijn nog langer rijpen op de fles voor uitgifte.

Scroll naar boven